Er was eens...
Koudbroed...
Elk fenomeen, hoe raar ook het fenomeen op zich, heeft zijn oorsprong. De spraakverwarring met betrekking tot de koudbroed- historie vormt daar geen uitzondering op.
Terwijl er op het eigenste en zelfde moment in België en Nederland daadwerkelijk enkele fokkers tijdens het winterseizoen systematisch generatie na generatie gouldamadines kweekten op verlaagde temperaturen tussen 10°C en 16°C, waren er in Nederland een groepje gouldkwekers die zichzelf orakelend als zogenaamde "koudbroedkwekers" begonnen te kwalificeren... omdat ze zomerkweek bedreven.... Bij zomers-gematigde waarden, tot hoog oplopende zomer temperaturen. Zelfs bij zomerse strand- en bikini - hitte, wanneer zowel Belgische als Nederlandse stranden vol puffende zonnebaders liggen. Dan pas verklaren zonne- kloppende "koudbroed kwekers” zichzelf actief. De scherpe inhoudelijke tegenstelling is klaar : Koud - Wanneer - Warm.
Inhoudelijke tegenstelling
Nochtans stond en staat voor de laatstgenoemde groep fokkers "koud kweken" dus gelijk aan "zomers warme kweek met gouldamadines". Ook al blijven die zomer- temperaturen van een matig gemiddelde rond de 18 à 20°C. Of zelfs al lopen die zomerse temperaturen op tot tropische waarden van 30°C en meer... Voor die zomerkwekers heette dat "koud kweken"... Op dat ogenblik rijst de vraag bij dergelijke grote, inhoudelijke tegenstelling : " Is dit nog langer consequent taalgebruik ? ".
Consequent taalgebruik is anders.
Het allereerste criterium van consequent taalgebruik is er op gericht om de communicatie tussen gesprekspartners te verhogen. Termen lanceren die binnen het desbetreffende gegeven verwarring zaaien, valt buiten het eerste criterium van consequent taalgebruik. Derhalve zegt het gezond verstand : "koud kweken" = kweken bij verlaagde omgevings- temperaturen. Die tot nader order in West-Europa geenszins gelijk staan aan courante zomerse waarden.
Koudbroed = koud kweken
Koudbroed staat derhalve gelijk aan het realiseren van systematische nakweek met gouldamadines bij gestuurd verlaagde indoor kweek- temperaturen. Met name vooral in broedmilieus waar de gemiddelde omgevings- temperatuur constant minder dan 15°-16° beloopt.
Ingewijden beseffen immers ten volle dat hier op het niveau van klimatologische omgevingsdruk, voor de kweekpopulatie de grens ligt tussen doorsnee druk en verhoogde druk op de ketel. Want éénmaal onder de 16°C in een indoor kweekomgeving, wordt de snedige realiteit van bruusk en hoog oplopende hygrowaarden meteen duidelijk. Even snedig en duidelijk als de bijwijlen grote dag- en nachtverschillen in temperatuur en luchtvochtigheid zoals de gouldamadine die van origine kent in haar oorspronkelijke, Australische biotoop.
Even duidelijke gevolgen
Even duidelijk zijn de onmiddellijke gevolgen voor de energiebalans van de hormonaal geladen vogels op het kweekhok. Want vandaag de dag beschikken de meeste lijnen gedomesticeerde gouldamadines helaas niet meer over de spontane lichaamsdynamiek die de gouldamadine binnen haar Australische wildbiotoop van oorsprong in staat stelt om grote dag-nacht-temperatuurverschillen van 20°C en meer te overbruggen. Zonder daarbij in te leveren aan efficiëntie in handhaving van de energiebalans. M.a.w., Vandaag is er de simpele vaststelling dat veruit de meeste gedomesticeerde gouldamadines vanuit hun achtergrond van bepamperde "serre-plantjes", eens ze hormonaal actief worden (in de kweek zitten), hun energie-huishouding nauwelijks of niet in balans kunnen houden bij dagelijks op en neer dansende luchtvochtigheids- waarden, in combinatie met een gedaalde omgevingswarmte. Er zijn vandaag heel wat bloedlijnen gouldamadines die het niet meer aankunnen. Er zijn daarnaast eveneens gouldamadines die het wel nog steeds aankunnen. 't Is maar zo simpel als dat.
Koudbroed samengevat
· De term "koudbroed"
is allerminst geschikt om een kweeksysteem te identificeren dat reilt en zeilt bij de gratie van zomerse temperaturen, hoe hoog die ook oplopen, of hoe matig warm die ook blijven. Van "koud" is hier geen sprake.
· Kweken tijdens de zomer,
of het nu binnenshuis is of in buitenvolières, heeft allerminst te maken met koud fokken. Maar heet vanzelfsprekend zeer passend "zomerkweek". Westerse zomers kwalificeert men tot nader order als gematigd warm, niettegenstaande de voort- schrijdende klimaatsopwarming. Van "koud" is hier geen sprake.
· Echte koudbroed of koudfok gouldamadines
zijn vogels die bewezen bekwaam genoeg zijn om zich indoor te laten kweken op winterse binnentemperaturen lager dan 16°C. Van "bepamperde serre-plantjes" is hier geen sprake. Ruim 30 jaar natuurbroed-ervaring met gouldamadines wijst uit : Deze vogels zijn zeer herkenbaar. Niet enkel zijn ze het breedst in lichaamsbouw; onder verhoogde omgevingsdruk blijken aldus gekweekte gouldamadines tegelijk het best in staat om hun energiehuishouding- bij-hormonale-activiteit langer optimaal te handhaven dan gemiddeld. 't Is maar zo simpel als dat.
Wie voor zichzelf de proef op de som wenst te nemen,
plaatst éénvoudig 10 van zijn / haar kweekklare koppels in de boven- genoemde omstandigheden onder de 15°C. En bekijkt hoeveel koppels vanaf dan bekwaam genoeg zijn, en sterk genoeg zijn, om effectief een volgende generatie jonge gould- amadines aan te leveren, speen- en jeugdrui-fase inbegrepen. En vanzelfsprekend, zonder kunstmatige ondersteuningsmiddelen zoals constante pampering met industriële vitamines, of chemische kuurtjes met antibiotica, sulpha-chemo (bvb esb3), nitro-chemo (bvb ronidazol, emtryl), lactonen-chemo (bvb ivermectine) enz... Zonder chemo dus. Eerst dan is te zien wat sterk is, en wat niet.
Enkele tips als afsluiter : hokstrategie klimatologisch
In een vlot functionerend koudbroed-kweeksysteem gebeurt bijverwarmen steeds in functie van de evoluerende luchtvochtigheids- marges. Met prioriteit gekoppeld aan doelgericht ventileren. Op het Lievens hok met passieve ventilatie-ingangen in de zuidwand van het hok, op tenminste 3 plaatsen, optimaal gespreid over de lengte van het hok. Met daarnaast 2 actieve ventilatie-uitgangen met de meest functionele spreiding ingeplant bovenaan de noordwand van het hok. Tevens 2 passieve ventilatieroosters middenhoog op de oostwand van het hok. Bijverwarmen met een strikt plafond van maximaal 15°C overdag. Gemiddelde temperaturen overdag tijdens het kweekseizoen bewegen zich bij vaststelling doorgaans tussen 11,5°C en 14°C, afhankelijk van de communicerende weersinvloeden buiten het hok. 's Nachts mag de temperatuur in het hok dalen tot minimaal 5°C, nooit lager (op het Lievens-hok). Tegelijk mag de gekoppelde luchtvochtigheid 's nachts maximaal stijgen tot 80%-85%, nooit hoger. Vanzelfsprekend om in de loop van de daaropvolgende morgen en voormiddag wederom spontaan te dalen naar werkbare dagwaarden tussen 62% en 72% . Bij dergelijk klimatologisch gegeven zitten de gouldamadines op het Lievens-hok er niet enkel vrolijk fluitend bij. Ze doen meer. Ze zorgen enthousiast voor nakweek.
Inclusief goedaardige neveneffecten
Vogels die systematisch op deze waardeschalen gekweekt worden, ononderbroken gedurende generaties, zijn onderwerp van een spontane selectie "die wonderen verricht". Reeds na 5 generaties resulteert dit systeem -na snedige, spontane selectie- in de eerste tekenen van merkbaar sterkere koudbroed-kweekvogels. Alle vogels die op één of ander niveau zwakheid in hun constitutie meedragen, tonen zichzelf bij aanvang "een maatje te klein", want conditioneel ondermaats. En schakelen vervolgens zichzelf uit. Gouldamadines die zich spontaan handhaven om zich vervolgens te vermenigvuldigen, bewijzen zichzelf op die manier meteen capabel op alle vlakken. Met als logisch eindresultaat bekwame vogels met welbeproefde immuno-reflex : Bij dergelijke, consequent doorgefokte populaties gouldamadines zijn aftakelingssymptomen en zwakte-symptomen zoals bvb infecties met luchtpijpmijt, of bvb kaalkoppen, bovendien onbestaande.
Voor al die fokkers die er de moeite voor op kunnen brengen om de daad bij het woord te voegen, en vervolgens de hierboven gesuggereerde proef op de som te nemen,
voor hen volgt al gauw een soort duidelijkheid die grenzen verlegt.
Veel succes.
Tekst :
Lennert-Vic, Lester-Lawrence,
& Ivan Lievens