De "officiële stelling" :
"de witborst factor is een borstmutatie die 100% phaeomelanine reduceert"...
• In de beschikbare randliteratuur is helaas tot op vandaag nog steeds te lezen : "de witborstfactor is een mutatie die de phaeomelanine uit de borst elimineert". Waarmee wordt aangegeven dat een (mannelijke) paarse borst alleen phaeomelanine bevat die, eens volledig weggereduceerd door de witborstfactor, een hagelwitte borst achterlaat zonder enige aanwezigheid van andere pigmenten. Hetgeen uiteraard onjuist is. En vervolgens verwarring creëert. In veruit de meeste (mannen-)paarsborsten zit massaal bruin phaeomelanine met daarnaast een geringe tot zeer minieme hoeveelheid eumelanine in bruin en/of zwart. In de regel ontbreekt bij het grootste deel van deze (weinige) borst-eumelanine de laatste oxidatietrap (naar zwart). Toch zijn er daarnaast tevens genoeg mannenborsten die een minimale fractie zwarteumelanine meedragen.
• Met andere woorden : in de meeste gevallen oxideert slechts een minieme fractie van de weinige eumelanine aanwezig in de borst verder naar zwart. Deze borstphenotypes met een minieme fractie door- geoxideerde zwarte eumelanine worden door toeschouwers en/of keurders in praktijk vaak optisch omschreven als "de allerdiepste paarse tint, met een metaalachtige glans getooid". Die gould- amadines in kwestie omschrijven wijzelf al jaren als vogels met volpigment-borsten : massaal (bruine) phaeomelanine + relatief weinig bruine eumelanine + miniem aandeel zwart eumelanine. Ook op de keurderstafel laten dit soort donkerpaarse borsttinten zich optisch zeer duidelijk onderscheiden van de eumelanine ontberende paarsborstphenotypes. En jawel, ook al zijn er vandaag de dag via selectie dus tevens heel wat paarsborstmannen met borsten die vrijwel geen eumelanine (tot absoluut geen eumelanine meer bevatten -noch in bruin, noch in zwart-), een goed werkende witborstfactor werkt ter hoogte van een volpigment-borst steeds 100% op alle pigmenten, bruin en zwart.
Wanneer het mis loopt :
2 soorten vlekkerigheid of "vuilheid" in de borst : lila of blauw
• Bij onvolledig doorwerkende witborstfactoren blijven de ene keer restanten van bruinpigment achter in de borst (dan registreert het oog paarse/lila vlekkerigheid tot bruinachtige dofheid),
• de andere keer zal een onvolledig werkende witborstfactor minimaal zwartpigment achterlaten (dan ziet het oog blauwachtige vlekkerigheid tot grijsgrauwachtige dofheid).
Voorbeelden van borsttypes met resterende pigmentaanslag :
Links & rechts
vogels & foto's
van
Eric ter Heerd
uit
Heeswijk-Dinther.
Zitstok is wit,
vergelijk met
beide borsttinten
2 X uitvergroten en inzoomen door op de foto's te klikken.
Wie wil "witter-dan-wit" kweken ? (en blijven kweken)
• Wie de allerhelderste sneeuwwitte borsten wil gaan kweken, -en met constant helder resultaat blijven kweken- start met "volle" paarsborsten die zowel (voluit phaeomelanine-) bruin- als (minimaal eumelanine-) bruinpigment en/of zwartpigment bevatten.
• !! Attentie !! : Paarsborstmannen die de bekwaamheid ontberen om een minimale hoeveelheid eumelanine in hun borstbevedering te stapelen, zullen wanneer gebruikt in de witborstkweek, globaal gesproken minder helder ogende witte borsten tot zelfs ietwat egaal dofwitte borsten opleveren, zelfs bij een op zich perfekt 100% werkende witborstfactor.
• Witte borsten van poppen gekweekt uit deze eumelanine-onbekwame lijnen zullen nog vlugger een minder helderwitte tot dofwitte borsttint laten registreren. Keurders zien deze vogels regelmatig tussen de andere op tafel verschijnen. Naast wit en sneeuwwit, is er tevens dofwit-grauwwit, inzonderheid het vlugst opvallend vaststelbaar bij poppen uit deze lijnen. Eénmaal op de keurderstafel naast elkaar gepresenteerd, zijn de verschillen onmiskenbaar zichtbaar voor aandachtige keurdersogen.
• Met andere woorden : in de meeste gevallen oxideert slechts een minieme fractie van de weinige eumelanine aanwezig in de borst verder naar zwart. Deze borstphenotypes met een minieme fractie door- geoxideerde zwarte eumelanine worden door toeschouwers en/of keurders in praktijk vaak optisch omschreven als "de allerdiepste paarse tint, met een metaalachtige glans getooid". Die gould- amadines in kwestie omschrijven wijzelf al jaren als vogels met volpigment-borsten : massaal (bruine) phaeomelanine + relatief weinig bruine eumelanine + miniem aandeel zwart eumelanine. Ook op de keurderstafel laten dit soort donkerpaarse borsttinten zich optisch zeer duidelijk onderscheiden van de eumelanine ontberende paarsborstphenotypes. En jawel, ook al zijn er vandaag de dag via selectie dus tevens heel wat paarsborstmannen met borsten die vrijwel geen eumelanine (tot absoluut geen eumelanine meer bevatten -noch in bruin, noch in zwart-), een goed werkende witborstfactor werkt ter hoogte van een volpigment-borst steeds 100% op alle pigmenten, bruin en zwart.
Wanneer het mis loopt :
2 soorten vlekkerigheid of "vuilheid" in de borst : lila of blauw
• Bij onvolledig doorwerkende witborstfactoren blijven de ene keer restanten van bruinpigment achter in de borst (dan registreert het oog paarse/lila vlekkerigheid tot bruinachtige dofheid),
• de andere keer zal een onvolledig werkende witborstfactor minimaal zwartpigment achterlaten (dan ziet het oog blauwachtige vlekkerigheid tot grijsgrauwachtige dofheid).
Voorbeelden van borsttypes met resterende pigmentaanslag :
Links & rechts
vogels & foto's
van
Eric ter Heerd
uit
Heeswijk-Dinther.
Zitstok is wit,
vergelijk met
beide borsttinten
2 X uitvergroten en inzoomen door op de foto's te klikken.
Wie wil "witter-dan-wit" kweken ? (en blijven kweken)
• Wie de allerhelderste sneeuwwitte borsten wil gaan kweken, -en met constant helder resultaat blijven kweken- start met "volle" paarsborsten die zowel (voluit phaeomelanine-) bruin- als (minimaal eumelanine-) bruinpigment en/of zwartpigment bevatten.
• !! Attentie !! : Paarsborstmannen die de bekwaamheid ontberen om een minimale hoeveelheid eumelanine in hun borstbevedering te stapelen, zullen wanneer gebruikt in de witborstkweek, globaal gesproken minder helder ogende witte borsten tot zelfs ietwat egaal dofwitte borsten opleveren, zelfs bij een op zich perfekt 100% werkende witborstfactor.
• Witte borsten van poppen gekweekt uit deze eumelanine-onbekwame lijnen zullen nog vlugger een minder helderwitte tot dofwitte borsttint laten registreren. Keurders zien deze vogels regelmatig tussen de andere op tafel verschijnen. Naast wit en sneeuwwit, is er tevens dofwit-grauwwit, inzonderheid het vlugst opvallend vaststelbaar bij poppen uit deze lijnen. Eénmaal op de keurderstafel naast elkaar gepresenteerd, zijn de verschillen onmiskenbaar zichtbaar voor aandachtige keurdersogen.
Wat de kweker met vlekkerige of dofwitte borsten doet, mag elk voor zichzelf uitmaken. Wees overigens bij aanschaf van kweekvogels absoluut zeker wat je precies in huis haalt. Achteraf is het altijd te laat de put gedempt, wanneer het kalf verdronken is.In de marge : Lezen mag, plagiëren niet.
Zoals meestal het geval met technische beschrijvingen en analyses door Lievens Sr., is ook de inhoud van dit artikel in geen enkel andere bron terug te vinden. Voor alle door Ivan Lievens geschreven stukken geldt copyright, tekst op deze gouldsite inbegrepen.
En omgekeerd : Goed begonnen is (altijd meer dan) half gewonnen. Het kweek- materiaal waarmee men start, betekent steeds het verschil tussen scheve achterdeurtjes kweken, of topvogels kweken.
Tekst : Ivan Lievens
Tekstbewerking : Lester Lievens
© Lievens
__________________________________________________________