Voorwoord
In de maanden die volgen, krijgen echte gouldfanaten de kans om zelf het onderwerp aan te leveren wat zij graag op deze pagina besproken zien binnen het bovenstaande rubriek- kader “breng de natuur naar de vogels toe”. Omdat vogels vanuit hun kooien nu éénmaal niet zelf naar de open natuur toe kunnen. Het 1e onderwerp in dit verband is "vlierbessensiroop".
Inleiding
Bij ons thuis geldt boerenwijsheid, in en naast het hok. Vermijd antibiotica en ga jezelf niet overgieten met chemo. Heb je wintergriep, neem dan geen industriële pharmaceutica-prullen. Heb je zomergriep, neem nog minder van die éénzijdig werkende chemo- prullen. Want uitgerekend precies wanneer je lijf en lichaamsweerstand in een diep dal zitten, verzwakken chemo- prullen je lijf nog meer, net op het moment dat je lichaam z'n uiterste best aan het doen is om sterker te worden.
Want "courante" virale aandoeningen treffen nu éénmaal lichaamsconstituties in een onbewaakt moment van zwakheid. Of ze treffen sowieso steeds net wat vlugger de genetisch zwak ontworpen en zwak gebouwde lichaamsconstructies. Maak dus je lichaam sterk, of tenminste toch zo sterk als dat lichaam bekwaam is om sterk te kunnen zijn. Want de ene is van nature uit nu éénmaal genetisch sterker gebouwd dan de andere. Waarbij daarnaast ook levensfasen en momentopnamen uit een levensloop van invloed zijn. Want uiteraard weet iedereen dat jonge kinderen en bejaarden stukken vatbaarder zijn voor griep(virussen). Deze leeftijdsgroepen hebben steeds meer te vrezen van virale infecties. Virale infecties met in hun zog vaak genoeg neveninfecties van bacteriële en/of parasitaire aard, welke het verzwakte lichaam er op de koop toe gratis bij krijgt.
De link naar het hok
De link naar de vogels op het hok is korter dan velen vermoeden. Want ook bij vogels zal een verhoogde gevoeligheid voor virale aandoeningen op dat moment in het vogellichaam tegelijk vaak de deur open zetten voor neveninfecties van bacteriële en parasitaire aard. En om het feest helemaal kompleet te maken, daarbovenop bij (de allerzwakste) vogels al gauw overgoten met een sausje van geniepige gisten- en schimmelkiemen, met op kop de beruchte "megabacterie"-schimmelvariant. Specifiek bij vogels o-zo vaak vergezeld van flagellaten die zich uitgerekend op dergelijke momenten in het geteisterde vogellijf vrijwel ongehinderd kunnen doorzetten, met de gekende gevolgen. Of dan weer bij andere indicaties wordt het vogellichaam overmeesterd door één van de huidschimmelvarianten die de allerbeste speelkameraadjes zijn met follikel-parasieten zoals ze helaas maar al te vaak hand in hand binnen verzwakte gouldstammen voorkomen. Jawel, waar ze inderdaad het alomgekende symptomatische beeld van "kaalkoppen" creëren. Overigens zijn bij deze groep zwakke kneusjes veel vaker neveninfecties van bacteriële aard in het darm-spijsverteringstelsel vast te stellen dan bij sterk-gekweekte gouldstammen. Met op die momenten vrijwel steeds symptomen van verkleurde ontlasting en/of waterachtige diarree-verschijnselen.
Dus jawel, ook bij gouldamadines is het ene hok uitgesproken sterker dan het andere. Meestal ook zo herkenbaar.(>>>tel.053838224) In de eerste plaats afhankelijk van genetische eigenheid en afkomst van de vogels. En dus inderdaad vooral totaal afhankelijk van de manier waarop kwekers op het hok met hun gouldamadines omgaan.
Sowieso :
• Vogels die in de ecologische kunstmatigheid leven van een besloten omgeving als het vogelhok,
• waar op de koop toe voor het gemiddelde hok dan nog al te vaak ondermaatse ventilatie geldt, meestal zonder dat kwekers het in de gaten hebben,
• en waar binnen die scheefgetrokken ecologische kunstmatigheid van de ene op de andere dag, vogels fysiek geconfronteerd worden met plotse wisselingen van nazomerweer naar miezerig nat-koud herfstweer,
• die vogels worden op dat ogenblik lichamelijk overspoeld met (in de ecologische beslotenheid van het hok) artificieel opgestapelde horden microbiële kiemen van een geniepig karakter.
• Uiteraard zonder dat de vogels op dergelijke cruciale momenten zelf meteen de nodige maatregelen kunnen nemen in de keuze van hun voeding.
• Met name omdat ze in een kooi zitten.
• En dus duidelijk vanuit hun kooi nooit naar de natuur toe kunnen om één en ander te compenseren.
De natuur als voorbeeld
In de open natuur zullen diezelfde vogelsoorten binnen hun natuurbiotoop dag aan dag de effecten van wisselende weersomstandigheden op hun lichaam op slag gaan incalculeren en bijspijkeren via ondermeer spontane aanpassingen en klemtonen in hun voedingspatroon. Vooral voor gouldamadines is dat zeker nog meer waar. Met name omdat gouldamadines van origine afkomstig zijn uit subtropische regio's met een grote klimatologische dynamiek. Met andere woorden is de gouldamadine van oorsprong afkomstig uit regio's waar grote weersveranderingen mekaar in versneld tempo kunnen opvolgen. In dergelijke snel evoluerende omstandigheden binnen zijn biotoop zal de vogel in kwestie instinctief nog eens zo spontaan-vlug de nodige maatregelen nemen via hetgeen hij eet en drinkt. Uiteraard op voorwaarde dat de gouldamadine die mogelijkheid heeft. In een kooi daarentegen, zijn vogels afhankelijk van wat hun verzorger op het hok doet. Of vaak genoeg net nalaat om te doen.
Om alle genoemde redenen en meer, brengt de nuchtere kweker de natuur naar zijn gouldamadines toe. De natuurlijke middelen die hem daartoe ter beschikking staan, zijn vaak heel vanzelfsprekend, het ene in zijn werking al effectiever dan het andere.
Praktijk : antivirale versterking in de voor-herfst
Op dit hok werd door de jaren heen zowat alles uitgetest en geprobeerd. Sommige zaken “te gek om op te noemen”. Andere dan weer “de logica zelve”. Na al die jaren van testen en proberen, heeft boerenwijsheid met daarachter een sterk theoretisch kader, ons gebracht tot een mix van “praktische vereenvoudiging” gecombineerd met “hoge effectiviteit” waar het gaat over voorbereiding van de vogels op de overgang van droge naar natte seizoenen. Het achterliggende idee is daarbij steeds geweest : ”Wat zouden vogels in de natuur op dat moment gaan doen ?; wat kiezen vogels in die nakende seizoensovergang, uit hetgeen voor hen beschikbaar is in de natuur?”
Het krachtig en tegelijk vanzelfsprekende wapen dat onze gouldpopulatie daartoe tijdens seizoensovergangen via hun voeding aangereikt krijgt, is éénvoudigweg vlierbessensiroop, al dan niet “fijn-getuned” met enkele toevoegingen van vanzelfsprekende componenten uit de voorraadkast van Moeder Natuur. Met andere woorden inderdaad en uiteraard allemaal éénvoudig beschikbare voedingscomponenten, alle stuk voor stuk van natuurlijke oorsprong. Vlierbessenextract heeft een globaal brede antivirale werking zoals die zelden bij andere courante voedingsmiddelen voorkomt. Een antivirale werking die bovendien nog specifiek kan gestimuleerd worden in verschillende richtingen, via boosting met meerdere “éénvoudige huismiddeltjes” die aan een flesje vlierbessensiroop van 200ml worden toegevoegd.
In praktijk betekent één en ander dat gouldamadines als voorbereiding op de kweekperiode, bij de start van de herfst in een cyclus van 3 weken dagelijks gedurende een tweetal uur een back-up-drinkfontein krijgen aangeboden met daarin mix van mineraalwater en 20% vliersiroop die samen met de toevoegingen van enkele andere natuurlijke stofjes niet enkel de hormonen op de meest voordelige wijze in de startblokken zetten en tegelijk niet enkel energie uit vet vrijmaken, maar daarnaast de opgeslagen hormoontrigger-voedingsstoffen vrijmaken uit een vlot wegsmeltende rustvetreserve; plus daarbovenop eveneens zowel de luchtwegen van koudbroed gouldamadines versterkend balsemen, als tegelijk het immuunsysteem van de vogels aansporen tot maximale slagkracht.
Duidelijke effecten : groter resultaat tijdens daaropvolgende kweek
Het verschil is er even later duidelijk aan te zien. Niet enkel stabieler kweekgedrag en hogere kweekuitkomsten, maar tevens een onverzettelijk-stevige gezondheid met sterke gouldamadines die volop kweken bij winterse indoor kweektemperaturen van gemiddeld om en bij de 11,5°C à 13,5°C. Sterk, sterker, sterkst. Na een voorbereidende cyclus van slechts een drietal weken.
Horizon verruimen mogelijk voor elk die het er voor over heeft.
De natuur naar het hok toe halen berust op gezond verstand. Om vervolgens aan de kooivogels de gelegenheid te geven hun eigenheid te volgen in instinct en aanleg. Alleen die kwekers die zich ooit reeds de moeite genomen hebben om een seizoen of twee vlierbes met echinacea toe te passen, zijn in staat om de verbluffende reflexen en effecten op de vogels binnen hun hokbestand te omschrijven. Alle gouldkwekers die interesse ontwikkelen, kunnen voor een totale aanpak-op-maat terecht op tel.nr. 053 83 82 24. Lievens Sr. kan elke kweker vertellen hoe zijn/haar gouldamadines op spontaan natuurlijke wijze sterker kunnen worden. Om vervolgens een veel langer leven beschoren te zijn, met hogere kwaliteit. Op dat moment wordt kweken met goulds van 5 tot 10 jaar oud, veel meer dan de grote uitzondering op de regel. Op ons hok is het in elk geval schering en inslag. Op zich zegt dat genoeg.
In de maanden die volgen, krijgen echte gouldfanaten de kans om zelf het onderwerp aan te leveren wat zij graag op deze pagina besproken zien binnen het bovenstaande rubriek- kader “breng de natuur naar de vogels toe”. Omdat vogels vanuit hun kooien nu éénmaal niet zelf naar de open natuur toe kunnen. Het 1e onderwerp in dit verband is "vlierbessensiroop".
Inleiding
Bij ons thuis geldt boerenwijsheid, in en naast het hok. Vermijd antibiotica en ga jezelf niet overgieten met chemo. Heb je wintergriep, neem dan geen industriële pharmaceutica-prullen. Heb je zomergriep, neem nog minder van die éénzijdig werkende chemo- prullen. Want uitgerekend precies wanneer je lijf en lichaamsweerstand in een diep dal zitten, verzwakken chemo- prullen je lijf nog meer, net op het moment dat je lichaam z'n uiterste best aan het doen is om sterker te worden.
Want "courante" virale aandoeningen treffen nu éénmaal lichaamsconstituties in een onbewaakt moment van zwakheid. Of ze treffen sowieso steeds net wat vlugger de genetisch zwak ontworpen en zwak gebouwde lichaamsconstructies. Maak dus je lichaam sterk, of tenminste toch zo sterk als dat lichaam bekwaam is om sterk te kunnen zijn. Want de ene is van nature uit nu éénmaal genetisch sterker gebouwd dan de andere. Waarbij daarnaast ook levensfasen en momentopnamen uit een levensloop van invloed zijn. Want uiteraard weet iedereen dat jonge kinderen en bejaarden stukken vatbaarder zijn voor griep(virussen). Deze leeftijdsgroepen hebben steeds meer te vrezen van virale infecties. Virale infecties met in hun zog vaak genoeg neveninfecties van bacteriële en/of parasitaire aard, welke het verzwakte lichaam er op de koop toe gratis bij krijgt.
De link naar het hok
De link naar de vogels op het hok is korter dan velen vermoeden. Want ook bij vogels zal een verhoogde gevoeligheid voor virale aandoeningen op dat moment in het vogellichaam tegelijk vaak de deur open zetten voor neveninfecties van bacteriële en parasitaire aard. En om het feest helemaal kompleet te maken, daarbovenop bij (de allerzwakste) vogels al gauw overgoten met een sausje van geniepige gisten- en schimmelkiemen, met op kop de beruchte "megabacterie"-schimmelvariant. Specifiek bij vogels o-zo vaak vergezeld van flagellaten die zich uitgerekend op dergelijke momenten in het geteisterde vogellijf vrijwel ongehinderd kunnen doorzetten, met de gekende gevolgen. Of dan weer bij andere indicaties wordt het vogellichaam overmeesterd door één van de huidschimmelvarianten die de allerbeste speelkameraadjes zijn met follikel-parasieten zoals ze helaas maar al te vaak hand in hand binnen verzwakte gouldstammen voorkomen. Jawel, waar ze inderdaad het alomgekende symptomatische beeld van "kaalkoppen" creëren. Overigens zijn bij deze groep zwakke kneusjes veel vaker neveninfecties van bacteriële aard in het darm-spijsverteringstelsel vast te stellen dan bij sterk-gekweekte gouldstammen. Met op die momenten vrijwel steeds symptomen van verkleurde ontlasting en/of waterachtige diarree-verschijnselen.
Dus jawel, ook bij gouldamadines is het ene hok uitgesproken sterker dan het andere. Meestal ook zo herkenbaar.(>>>tel.053838224) In de eerste plaats afhankelijk van genetische eigenheid en afkomst van de vogels. En dus inderdaad vooral totaal afhankelijk van de manier waarop kwekers op het hok met hun gouldamadines omgaan.
Sowieso :
• Vogels die in de ecologische kunstmatigheid leven van een besloten omgeving als het vogelhok,
• waar op de koop toe voor het gemiddelde hok dan nog al te vaak ondermaatse ventilatie geldt, meestal zonder dat kwekers het in de gaten hebben,
• en waar binnen die scheefgetrokken ecologische kunstmatigheid van de ene op de andere dag, vogels fysiek geconfronteerd worden met plotse wisselingen van nazomerweer naar miezerig nat-koud herfstweer,
• die vogels worden op dat ogenblik lichamelijk overspoeld met (in de ecologische beslotenheid van het hok) artificieel opgestapelde horden microbiële kiemen van een geniepig karakter.
• Uiteraard zonder dat de vogels op dergelijke cruciale momenten zelf meteen de nodige maatregelen kunnen nemen in de keuze van hun voeding.
• Met name omdat ze in een kooi zitten.
• En dus duidelijk vanuit hun kooi nooit naar de natuur toe kunnen om één en ander te compenseren.
De natuur als voorbeeld
In de open natuur zullen diezelfde vogelsoorten binnen hun natuurbiotoop dag aan dag de effecten van wisselende weersomstandigheden op hun lichaam op slag gaan incalculeren en bijspijkeren via ondermeer spontane aanpassingen en klemtonen in hun voedingspatroon. Vooral voor gouldamadines is dat zeker nog meer waar. Met name omdat gouldamadines van origine afkomstig zijn uit subtropische regio's met een grote klimatologische dynamiek. Met andere woorden is de gouldamadine van oorsprong afkomstig uit regio's waar grote weersveranderingen mekaar in versneld tempo kunnen opvolgen. In dergelijke snel evoluerende omstandigheden binnen zijn biotoop zal de vogel in kwestie instinctief nog eens zo spontaan-vlug de nodige maatregelen nemen via hetgeen hij eet en drinkt. Uiteraard op voorwaarde dat de gouldamadine die mogelijkheid heeft. In een kooi daarentegen, zijn vogels afhankelijk van wat hun verzorger op het hok doet. Of vaak genoeg net nalaat om te doen.
Om alle genoemde redenen en meer, brengt de nuchtere kweker de natuur naar zijn gouldamadines toe. De natuurlijke middelen die hem daartoe ter beschikking staan, zijn vaak heel vanzelfsprekend, het ene in zijn werking al effectiever dan het andere.
Praktijk : antivirale versterking in de voor-herfst
Op dit hok werd door de jaren heen zowat alles uitgetest en geprobeerd. Sommige zaken “te gek om op te noemen”. Andere dan weer “de logica zelve”. Na al die jaren van testen en proberen, heeft boerenwijsheid met daarachter een sterk theoretisch kader, ons gebracht tot een mix van “praktische vereenvoudiging” gecombineerd met “hoge effectiviteit” waar het gaat over voorbereiding van de vogels op de overgang van droge naar natte seizoenen. Het achterliggende idee is daarbij steeds geweest : ”Wat zouden vogels in de natuur op dat moment gaan doen ?; wat kiezen vogels in die nakende seizoensovergang, uit hetgeen voor hen beschikbaar is in de natuur?”
Het krachtig en tegelijk vanzelfsprekende wapen dat onze gouldpopulatie daartoe tijdens seizoensovergangen via hun voeding aangereikt krijgt, is éénvoudigweg vlierbessensiroop, al dan niet “fijn-getuned” met enkele toevoegingen van vanzelfsprekende componenten uit de voorraadkast van Moeder Natuur. Met andere woorden inderdaad en uiteraard allemaal éénvoudig beschikbare voedingscomponenten, alle stuk voor stuk van natuurlijke oorsprong. Vlierbessenextract heeft een globaal brede antivirale werking zoals die zelden bij andere courante voedingsmiddelen voorkomt. Een antivirale werking die bovendien nog specifiek kan gestimuleerd worden in verschillende richtingen, via boosting met meerdere “éénvoudige huismiddeltjes” die aan een flesje vlierbessensiroop van 200ml worden toegevoegd.
In praktijk betekent één en ander dat gouldamadines als voorbereiding op de kweekperiode, bij de start van de herfst in een cyclus van 3 weken dagelijks gedurende een tweetal uur een back-up-drinkfontein krijgen aangeboden met daarin mix van mineraalwater en 20% vliersiroop die samen met de toevoegingen van enkele andere natuurlijke stofjes niet enkel de hormonen op de meest voordelige wijze in de startblokken zetten en tegelijk niet enkel energie uit vet vrijmaken, maar daarnaast de opgeslagen hormoontrigger-voedingsstoffen vrijmaken uit een vlot wegsmeltende rustvetreserve; plus daarbovenop eveneens zowel de luchtwegen van koudbroed gouldamadines versterkend balsemen, als tegelijk het immuunsysteem van de vogels aansporen tot maximale slagkracht.
Duidelijke effecten : groter resultaat tijdens daaropvolgende kweek
Het verschil is er even later duidelijk aan te zien. Niet enkel stabieler kweekgedrag en hogere kweekuitkomsten, maar tevens een onverzettelijk-stevige gezondheid met sterke gouldamadines die volop kweken bij winterse indoor kweektemperaturen van gemiddeld om en bij de 11,5°C à 13,5°C. Sterk, sterker, sterkst. Na een voorbereidende cyclus van slechts een drietal weken.
Horizon verruimen mogelijk voor elk die het er voor over heeft.
De natuur naar het hok toe halen berust op gezond verstand. Om vervolgens aan de kooivogels de gelegenheid te geven hun eigenheid te volgen in instinct en aanleg. Alleen die kwekers die zich ooit reeds de moeite genomen hebben om een seizoen of twee vlierbes met echinacea toe te passen, zijn in staat om de verbluffende reflexen en effecten op de vogels binnen hun hokbestand te omschrijven. Alle gouldkwekers die interesse ontwikkelen, kunnen voor een totale aanpak-op-maat terecht op tel.nr. 053 83 82 24. Lievens Sr. kan elke kweker vertellen hoe zijn/haar gouldamadines op spontaan natuurlijke wijze sterker kunnen worden. Om vervolgens een veel langer leven beschoren te zijn, met hogere kwaliteit. Op dat moment wordt kweken met goulds van 5 tot 10 jaar oud, veel meer dan de grote uitzondering op de regel. Op ons hok is het in elk geval schering en inslag. Op zich zegt dat genoeg.
Tekst en tekstbewerking : ILLK