Pagina's

zaterdag 8 februari 2014


RUBRIEK
‘ DE GROOTSE GOULDAMADINE ’   (vervolg)

Zogenaamde “standaard”-normen bij de vleet , mét bijwerkingen en gevolgen ( I. Lievens in 'De Vogelwereld' - 01/2014 )


Voorwoord
Hierna een kroniek over vaststellingen van verkrampte onbeweeglijkheid tussen vogelbonden en vogelfederaties, respectievelijk over het daaruit volgende gebrek aan wisselwerking en overleg, resultaat van voortgezette behoudsgezindheid tegen wil en dank, uitgerekend binnen de steeds dwingender en dringender context van het steeds sneller evoluerende wereldbeeld waar de avicultuur vandaag steeds nadrukkelijker mee geconfronteerd wordt. Een overzicht in drie (3) afleveringen, met onafwendbare conclusie voor alle betrokken partijen.

Aflevering 3 :   
Zijn er opties op de toekomst ?
Hoe ziet die toekomst er uit ...



Steeds sneller evoluerende wereld
De wereld draait door en wacht nooit. Communicatie is de sleutel tot succes. Gebrek aan communicatie staat garant voor wegdeemstering. Want dit grote werelddorp van vandaag draait om informatie en samenwerking. Elk kent iedereen. Waarbij de sterkste kettingen worden gedefinieerd door hun zwakste schakels. Immers is elke ketting altijd maar zo sterk als haar zwakste schakel. Ook de vogelliefhebberij en haar overkoepelende beleidsorganen kunnen pas met zekerheid hun toekomst veilig stellen wanneer blinde versnippering niet langer zwakke schakels en manco's creëert.

Daarbij gelden per definitie twee éénvoudige basisvoorwaarden :
1. realisatie van een breder draagvlak door aaneenschakeling van versnipperde fracties

2. respectievelijk versterking daarvan door gelijkvormigheid in regelgeving

Beide bovenstaande zijn pas mogelijk wanneer liefhebbers elkaars taalgebruik -technische jargontaal én landstaal- terdege begrijpen, en daarnaast voor dezelfde vogelsoorten metterdaad ook dezelfde hefbomen hanteren. Op alle vlakken. Binnen de eigen grenzen, zowel als over de grenzen heen. Telkens wanneer aan deze basisvoorwaarden geen invulling wordt gegeven, ontstaan manco's die de toekomst van de liefhebberij binnen de huidige en toekomstige wereldcontext in groeiende mate hypothekeren, op velerlei manieren.

In deze toekomstcontext dragen elke federatie en elke bond van elk land hun eigen verantwoordelijkheid. Die is immens. Vandaag zijn er landen die op dit vlak reeds deelse inspanningen hebben geleverd. Andere landen hebben aangegeven om op korte termijn inspanningen te gaan doen, echter voorlopig zonder enig zichtbaar resultaat. Waarbij van elke betrokken partij vermoed wordt toekomstgericht te presteren naar eigen potentieel en mogelijkheden, binnen het ruimste overleg met andere spelers binnen de gouldliefhebberij.

Op dit vlak blijft één van de allerbelangrijkste spelers vandaag in een snel verschuivend internationaal scenario bij nader toezien roemloos achter. Terwijl het precies de Nederlandse gouldliefhebberij is die in West-Europa vandaag zonder twijfel het grootste potentieel in zich draagt, staan uitgerekend de Nederlandse gouldstandaarden vandaag nog steeds bol van dubbele naamgevingen, tot zelfs drievoudige naamgevingen, daarnaast inconsequente benamingen naar fenotype, vervolgens vermixt met naamindicaties naar genotype, en een resem plastisch bewazigde verwijzingen tot en met ijlweg gehanteerde abstracties met louter veronderstelde kracht van axioma. Beleidsmakers die daar in de hedendaagse wereldcontext blijven overkijken, zijn aan herbronning toe. Want in elk van de gevallen betreft het babylonische gelaagdheden en abstracties die –wellicht mede omfloerst door wishful-thinking- daarenboven elke internationale begrijpbaarheid van technische terminologie en jargontaal door anderstaligen sterk bemoeilijken, ja zelfs bijwijlen onmogelijk maken. Waardoor de Nederlandse gouldliefhebberij internationaal steeds verder geïsoleerd dreigt te raken. Elk jaar steeds meer en meer.

De vanzelfsprekende vraag sinds zovele jaren luidt, of er daaromtrent ruimte is voor een groeiend bewustzijn ter zake bij Nederlandse beleidsverantwoordelijken en hun collega's in West-Europa, zowel op lokaal clubniveau, als op bondsniveau. Even vanzelfsprekend is de vraag of dat groeiend bewustzijn bekwaam zal blijken om lessen te trekken uit pijnlijke voorbeeld-episodes in andere deelgroepen van de liefhebberij, zowel binnen de eigen grenzen als daarbuiten.


Andere voorbeelden
Want het vastgestelde verschijnsel is genoegzaam gekend : lokale verstarring annex wegzinking binnen een snel evoluerend, internationaal gegeven, draagt altijd enorme consequenties in zich. Zo leert niet enkel de economische en politieke geschiedenis der Lage Landen, maar even goed is dat binnen de vogelliefhebberij voorheen al meermaals gebleken, vaak op pijnlijke wijze. Het meest recente voorbeeld daarvan herinnert iedereen zich binnen de kleurkanarieliefhebberij van de Lage Landen. Zo volstaat het om even terug te blikken hoe het de pigmentkanarie der Lage Landen -en zijn talloze kwekers- het afgelopen decennium is vergaan, wegens aanvankelijk jarenlang getreuzel en starheid vanuit dirigerende organen, in bepaalde bonden al meer zo dan in andere.

Ondertussen worden in een snel evoluerende wereld de nadelen ook voor de Nederlandse gouldliefhebberij en haar kwekers in steeds toenemende mate zichtbaar. Nadelen die een liefhebberij zuchtend onder allerlei crisiseffecten best kan missen. Wie het niet gezien heeft, is dringend aan herbronning toe.

Gezond verstand beseft dat alle opduikende nadelen voor één der potentiëlerwijze belangrijkste spelers op dit vlak –die de Nederlandse gouldliefhebberij naar objectieve maatstaf sowieso is-, nadien op korte en middellange termijn logischerwijze tweewegs gaan afspiegelen op de rest van de gouldliefhebberij in West-Europa. Niet enkel op directe buurlanden als België, Duitsland en overige mindere goden in de internationale gouldliefhebberij. Maar vooral tevens verbonden met wat reilt en zeilt in zuidelijke gouldamadine-grootmachten zoals ondermeer Spanje en Italië. Afspiegelende consequenties die vervolgens met een zeer voorspelbaar boomerang-effect terugkeren naar afzender. Waarbij de Nederlandse gouldliefhebbers in dat geval andermaal de gevolgen moeten ondergaan. Een vicieuze cirkel.


Het doorbreken van die eindeloze cirkel start pas op de dag dat grotere samenspraak en ruimer overleg met zichtbare resultaten tussen de verschillende bonden een werkbare plaats mag krijgen. Alle gemandateerde beleidsmensen binnen alle respectieve bonden in alle respectieve landen, dragen hierbij vandaag hun eigen verantwoordelijkheid. Die is aanzienlijk. Zeker wanneer te overwegen, wat het voor de hand liggende alternatief is. Vraag dat maar even aan de Belgische, maar vooral aan de Nederlandse pigmentkanariekwekers; vooral Nederlandse kanariekwekers herinneren het zich maar al te goed hoe het is om uitgerangeerd te worden, ondanks hokken vol “goede vogels” als toonbeeld van jarenlange opbouw en verfijnde kwekersexpertise. Uiteindelijk kochten die Nederlandse kanariekwekers daar toen absoluut niks voor; neen integendeel, gegrepen door de maalstroom kwamen ze er -letterlijk- zeer bekocht van af. Vooral Nederlandse kanariekwekers kennen de marge van nadeel en opgelopen schade die starheid in besluitvorming hen heeft opgeleverd. Een besluitvorming die jaren lang gekozen en gewild achterop bleef hinken, om uiteindelijk slechts gebroken potten achter te laten voor de pigmentkanariekwekers in kwestie. Velen onder hen gooiden hun kwekerskap zwaar ontmoedigd over de haag en kapten er mee. Heel begrijpelijk. Hun regionale verenigingen konden enkel met lede ogen toekijken, machteloos.

Ja inderdaad, in het verleden werd de impact van ontwikkelingen in andere delen van de wereld al eerder grof onderschat, met de gekende gevolgen. Het is slechts één van de vele voorbeelden van non-communicatie en halsstarrigheid over een langere termijn van jaren. Daarnaast zijn er tientallen andere voorbeelden van niet-gesynchroniseerde beleidsvoering vanuit kortzichtig conservatisme en zelfgenoegzaam geleuter in ivoren torens; een niet-gesynchroniseerde beleidsvoering met talloze zwarte gaten die ook de minder goed gezinden van extremistisch groene allure niet eindeloos blijven ontgaan.

Hoe de toekomst van de Nederlandse gouldliefhebbers zich ter zake verder ook ontvouwen zal, niemand van al de huidig gemandateerde bondsverantwoordelijken der Lage Landen zal later kunnen opperen dat zij het nooit geweten hebben.

DE     TOEKOMST        VAN       DE       LIEFHEBBERIJ      DER       LAGE       LANDEN
► Niemand der huidig gemandateerde verantwoordelijken  zal kunnen opperen ◄
►►►►►    dat    men     het    nooit     had    zien    aankomen    ◄◄◄◄◄



Afsluiter
Tot nader order blijft de vaststelling van aangehouden verstarring tussen al te veel technische commissies gouldamadine, vrijwel alle op zichzelf teruggetrokken in hun eigen ivoren torens –zichtbare uitzonderingen uiteraard niet te na gesproken-. Want inderdaad, mensen van goede wil treft men overal wanneer men de moeite neemt om ze te zoeken, even goed binnen als buiten Europa. Hetgeen vandaag nog steeds doorlopend bevestigd wordt door plaatselijke waarnemers in alle onderscheiden landen, van Oost naar West, van Noord naar Zuid.

Hoe dan ook zijn er vandaag nog altijd vrijwel net zo veel verschillende “standaarden” voor gouldamadines als er technische commissies voor gouldamadines zijn. Dat zijn er nogal wat. Met telkens onderling afwijkende interpretaties, elk met hun eigen opmerkelijke krullen en kronkels, soms met behoorlijk mistige terminologiëen waarbij men schip noch wal raakt. Maar niettemin toch onveranderlijk gekoppeld aan telkens eigen torenhoog dictaat, verpakt als “standaard”. Daarbovenop zijn het bij vaststelling al te vaak technische commissies die op internationaal vlak helaas mekaars onderlinge taalgebruik niet of nauwelijks machtig zijn, landstaal inclusief technische jargontaal.

Hetgeen uiteraard nog eens te meer aanleiding en reden vormt om nooit uit hun eigen toren af te dalen, naar buiten te komen en het gesprek aan te knopen met anderstaligen. Met een immens stroeve tot volstrekt onbestaande communicatie als gevolg; en vervolgens onveranderlijk verschillende richtlijnen als uitkomst, die stuk voor stuk allemaal hun eigengewenste waarheid aanhouden. Dat alles voor één en dezelfde vogel. Bizar, bizarrer, bizarst. Dat alles bovendien binnen een tijdsbeeld waarin liefhebberij en beleving zuchtend gebukt gaan onder allerhande crisiseffecten, waardoor sowieso steeds meer vogelhouders groeiend geneigd zijn om de handdoek in de ring te gaan gooien.

Internationale bruikbaarheid is de sleutel die levensnoodzakelijk zal blijken. In een tijdsbeeld waar vogelliefhebberij en beleving zuchtend gebukt gaan onder allerhande crisiseffecten, is precies die nood nog eens zo groot. Temeer daar vanuit zoveel hoeken, liefhebberij en beleving in almaar stijgende mate worden begluurd en beloerd door allerhande nijdogen van extremistische grondslag, klaar om toe te slaan en tot op de grond af te breken. Feitelijke vaststellingen in het recente verleden zijn reeds meer dan waarschuwing geweest.

Ondanks alle klokkenluiders tot op heden, blijven algemeen beleid en richtlijnen vanuit ivoren torens zo goed als ongegeneerd ongewijzigd. Derhalve blijft daar vandaag als eerste, nuchtere vraag : Wie wordt dààr beter van ? Is het de gouldamadine als soort ? Is het wellicht de lokale vogelvereniging die er beter van wordt ? En zoniet, is het dan wellicht het overkoepelende bondsorgaan dat er op vooruit gaat ? Of bent u het, als kweker, die er beter van wordt ? Tot nader order helaas geen van de bovengenoemden.

Peter Koelewijn zong destijds “Kom van dat dak af, ‘k waarschuw niet meer”. Vandaag ziet elk bij vaststelling hoe hoog ivoren torens zijn -zó vaak hoger dan alle omliggende daken- en hoe lang het duurt om er af te komen. Mogelijk té lang.

Nochtans weet elk precies hoe de kaarten liggen. Elk weet wat er aan komt. Elk kent de opties. Die zijn beperkt. Zeer beperkt.
Er is werk aan de winkel, vanuit openheid en goodwill. Neemt de gouldliefhebberij der Lage Landen het voortouw ? Of ondergaat zij de pletmolen ? Gaan we samen synchroonzwemmen, of solitair wegzinken ?

Moeilijker hoeft die keuze niet te zijn.


Tekstbewerking : ILLK

Dia Slides Lievens Gouldamadines : Zichtbaar méér type, Zichtbaar méér gould, gouldamadine² = gouldamadine in het kwadraat



S T A N D A A R D       &        S T A N D A A R D     =     T W E E